Lesotho en Drakensbergen

24/01/2015 We gaan naar Lesotho, een plek die al heel lang op ons verlanglijstje stond.

Lesotho

Het koninkrijk Lesotho is aan alle kanten omringd door Zuid Afrika. Lesotho ligt in z’n geheel boven de 1000 meter (in de winter kun je er ook skiën) en wordt ook wel “Kingdom in the Sky” genoemd. De hoofdstad is Maseru en de lokale bevolking – de Basotho – zijn vriendelijk. De doorgaande wegen tussen de hoofdstad en diverse grensposten zijn geasfalteerd en dat geldt ook voor de weg naar Katse Dam.

Lesotho: Maliba Lodge

28/01/2015 Na een paar nachten Sea Point, veel wandelen, zonnen en zwemmen zijn we klaar voor de rest van ons avontuur: we hebben een vlucht geboekt met South African Airways en vliegen van Kaapstad naar Bloemfontein. Halen bij aankomst onze Hertz huurauto op en rijden naar Lesotho naar de Maliba Lodge (280 kilometer, volgens de planning een kleine 4 uur rijden). Bij Butha Buthe gaan we de grens over. Daar moet je wel even tijd voor uittrekken, want die grensposten doen alles op hun gemak. Auto uit, papieren checken, stempelen en verderop nog allerlei formaliteiten. Dat is ook de reden dat we al een hele vroege vlucht hadden genomen vanaf Kaapstad, want als het allemaal een beetje tegenzit, je wilt absoluut niet in het donker rijden in Lesotho.

De Maliba Lodge in het Tsehlanyane National Park is werkelijk de beste plek om te verblijven in Lesotho. http://maliba-lodge.com/home/

De lodge bestaat uit een hoofdgebouw met een aantal chalets, kleinschalig, heel smaakvol ingericht en het uitzicht is subliem. De lodge wordt helemaal gerund door lokaal personeel, attente en vrolijke Basotho, de bewoners van Lesotho.  Lunch en diner zijn in het hoofdgebouw en op een avond worden we verrast met zang en dans door het voltallig personeel. En na het eten is ons chalet versierd met een spoor van rozenblaadjes en brandende waxinelichtjes. Of ze hebben het bad alvast voor ons laten vollopen en de badkamer versierd. Een andere dag krijgen we de vraag of we willen lunchen in ons chalet, waarna de meisjes een picknickmand brengen met alles erop en eraan en zo zitten we lekker op ons terras op zo’n mooie wollen Lesotho deken (die overigens niet in Lesotho gemaakt worden, jammer is dat, want er zijn zoveel schapen waarvan ze de wol zelf zouden kunnen verwerken. Want alle luxe in onze lodge ten spijt, Lesotho is een heel arm land. Over die dekens: overal zie je Basotho te paard met zo’n deken om de schouders).

Bij de lodge kun je paardrijden en er zijn hele mooie wandelroutes. We zien grote groepen bokken en ook een keertje een lynx (heel zeldzaam!). De wandelroutes variëren van een paar uur, en op de laatste dag voor ons vertrek doen we de langste tocht: 7 uur. Lunchpakketten en voldoende water in de rugzak. De tocht is echt heel zwaar met behoorlijk wat hoogteverschil. We komen langs een indrukwekkende waterval, het uitzicht is geweldig, we moeten regelmatig snelstromende riviertjes oversteken (waterschoentjes zouden wel handig geweest zijn).

Lesotho – Katse Dam

2/2/2014 We verlaten de Maliba Lodge en vervolgen onze route door Lesotho. Katse Dam staat op het programma, een van de highlights van Lesotho. Het is 150 km rijden en daar moet je in dit land wel een paar uur voor uittrekken.

De route is schitterend. Zo hoog hebben we nog nooit met een auto gereden! Bij de Mafika Lisiu Pass op 3090 meter is een uitkijkpunt en hier lassen we een pauze in. Was het overal in Lesotho tussen de 25 en 30 graden, hier op de pass is het ijzig koud. Gelukkig lag mijn winterjas nog in de auto. Het stikt hier ook van de baboons. Vanaf de Pass tot aan ons hotel Katse Lodge wordt de route steeds mooier. Voorbij elke bocht in de weg verbazen we ons over het uitzicht. We zien het reservoir van de Katse Dam kilometers lang. Het is overigens de hoogste dam van Afrika en de een na grootste (de grootste is in Ethiopië). De dam voorziet Zuid Afrika van water waarmee Lesotho geld verdient (als water). Het schijnt ook wel veel te regenen in Lesotho (gezien het vele water), maar niet als wij er zijn, we hebben elke dag mooi weer!

In de buurt van ons hotel komt de bodem van de benzinetank angstvallig in zicht. We wisten wel dat benzinepompen in Lesotho dun  gezaaid zijn, en al dat klimwerk slurpt de tank leeg. Maar gelukkig bereiken we Katse Lodge zonder problemen. Bij de receptie meteen gevraagd waar we kunnen tanken. In het dorpje bij de supermarkt horen we. Nou ligt dat dorpje tegen een heuvel aangeplakt en dat supermarktje ligt helemaal bovenaan de heuvel. Het weggetje erheen is extreem slecht, steil en zeg maar gerust onbegaanbaar. Gelukkig redden we het. Maar bovengekomen zien we geen benzinepomp. We vragen in het winkeltje. Hoeveel liter wensen we? Na het betalen moeten we heel lang wachten en vervolgens komen er 2 jongens met een jerrycan. Die wordt geleegd in onze tank. Opluchting!

De Katse Lodge is nogal een basic hotel in een soort “nieuwbouw wijkje” dat ooit is aangelegd voor al het personeel dat de Katse Dam bouwde. De botanic garden is de moeite waard. De volgende dag gaan we wandelen met een “gids”. Een jongen uit het dorpje bij de supermarkt. Hij vraagt of hij zijn broertje ook mag meenemen. Prima. Met de auto rijden we naar het beginpunt van onze wandeling, die op zich niet zoveel voorstelt. Gewoon langs een rivier. Wij mogen aangeven wanneer we weer terug willen en dan gaan we dezelfde weg terug. Onderweg komen we schaapherders tegen en vrouwen die hout sprokkelen. De mensen zijn er zo arm, het is hartverscheurend. Onze gids en zijn broertje hebben niets bij zich, geen eten geen drinken, dus we delen ons lunchpakket met hen.

De volgende dag bezoeken we het bezoekerscentrum van de Katse Dam. We krijgen een uitgebreide rondleiding in en om de dam. Heel interessant! Daarna gaat de weg terug, dezelfde weg als op de heenreis via de Mafika Lisiu Pass, want de overige wegen zijn onverhard en vermoedelijk alleen te rijden met een 4×4 (denken we).

Clarens

Bij Butha Buthe verlaten we Lesotho en gaan we de grens weer over naar Zuid Afrika en strijken neer in Clarens (circa 200 km vanaf Katse Dam). We hebben Clarens gekozen omdat het in de Rough Guide wordt omschreven als het aantrekkelijkste dorp langs de Highlands Route en het ligt vlakbij het Golden Gate Highlands National Park. We verblijven in Guesthouse 278 On Main. Wat een verrassing! Het restaurant en de kamers zijn veel leuker dan de website doet vermoeden. Heerlijk zitten op de veranda, vintage inrichting. En ook centraal gelegen vlakbij het centrum waar volop winkeltjes, galeries en eettentjes. Elke ochtend na het ontbijt lopen we naar Kloof Dam, net buiten het dorp waar we gaan zwemmen en wandelen.

Op een van de dagen rijden we naar Basotho Cultural Village in het Golden Gate National Park. Er is een rondleiding waar je ontdekt hoe het Basotho volk hier en in Lesotho leefde. Ontmoeting met de chief, de medicijnman en traditioneel bier drinken. Je kan ook mooi wandelen in het Golden Gate park.

8/2/2014 Na het zwemmen nog de Kloof Mountain Trail gelopen en toen auto in en op naar Johannesburg OR Tambo Airport (310 km). Het zit er weer op, South Africa, we’ll be back!